Amelanchier lamarckii
Het Amerikaans krentenboompje is een echte bosrandsoort, die hier van oorsprong niet thuishoort. In tegenstelling tot de naam komt de soort bijna altijd als struik voor. De krent is eind 18e eeuw vanuit Noord- Amerika ingevoerd. In Canada komen vele soorten krent voor. Door sterke onderlinge kruising en terugkruising komt de soort, zoals we die hier kennen, in Canada niet meer voor.
De struik bloeit april/mei met uitbundig witte bloemtrossen en wordt tot 6 meter hoog. De bessen verkleuren van rood naar blauwzwart en zijn berijpt. Ze zijn omstreeks juli/augustus rijp en eetbaar. Ze smaken een beetje zoet en worden wel gebruikt voor gebak. De struik komt het meest voor op de zandgronden, vooral in Drenthe, de Veluwe en de Gooistreek. Op de heidevelden in Het Gooi vormt deze soort veel opslag en wordt daar bestreden. In het najaar krijgen de bladeren een mooie oranjerode herfstkleur.
In het voedselbos is ook nog een cultivar aangeplant: Amelanchier alnifolia ‘Prince William’. Deze cultivar heeft iets grotere bessen en de smaak komt overeen met die van bosbessen.
Van de solitaire bijen zorgt o.a. het vosje voor de bestuiving. Daarnaast zorgen ook diverse hommelsoorten en de honingbij voor de bestuiving. Deze komen allen voor in het voedselbos.
Gebruikte bronnen:
Nederlandse oecologische flora wilde planten en hun relaties 2 / E.J. Weeda et al.
Plantenvademecum voor wilde bijen, vlinders & biodiversiteit in tuinen / A. Koster
www.wildebijen.nl