Er moest een snoeicursus komen. De ongeletterde vrijwilligers knippen er namelijk maar wat op los en dan bestaat het risico dat je meer kwaad dan goed doet aan een jonge fruitboom. Hebben de vrijwilligers van het voedselbos dan helemaal geen verstand van snoeien? Jawel hoor! De meesten zijn goed bekend met de ultieme snoeirichtlijn, de zogenaamde Zalmnorm. In 1994 besluit het eerste Paarse kabinet-Kok dat de uitgaven voortaan niet hoger mogen zijn dan een vooraf afgesproken plafond. Snoeien dus.
Rudi, medewerker van Landschapsbeheer Flevoland, zal ons deze ochtend nog meer kneepjes van het snoeivak aanleren. Hij start met een flinke dosis theorie, dat is even slikken voor de meesten. Voedselbosvrijwilligers zijn doeners, geen stilzitters. Het valt mee, Rudi gidst ons langs vormsnoei en onderhoudssnoei bij laag-, midden- en hoogstam en doceert over gesteltakken, harttakken en vruchthout om uiteindelijk uit te komen bij de richtlijnen voor het snoeien. Dan blijkt dat niet Gerrit Zalm zijn leidsman is, maar Hermann Vöchting.
De groeiregels van Vöchting uit 1884 hebben alle (politieke) stormen overleefd en zijn nog steeds actueel. Even een herhalingslesje:
1. Gelijkgeplaatste takken groeien even snel.
2. De steilst geplaatste tak groeit het snelst.
3. De hoogst geplaatste tak groeit het snelst.
4. De dikste tak groeit het snelst.
5. De kortst bij de harttak geplaatste tak groeit het snelst.
Met deze wetenschap tussen de oren gaan we met snoeitangen in de hand het bos in om als volleerde ministers van Financiën orde te scheppen in de wildgroei.
Regeren is vooruitzien! Stemt u ook op ons?