Het landschap en de natuur in Nederland is gecultiveerd, door de mens ingedeeld en ontwikkeld. In ons voedselbos gaan we uit van een bestaande situatie. Het bos is deels open geworden door de kap van de zieke essen. We houden de wildste groeiers zoals braam en bosrank onder controle. Op de open plekken en aan de randen planten we eetbare soorten. Niet alleen eetbaar voor de mens, maar ook voor vogels en insecten. Het doel is een rijk landschap met een grote diversiteit.
In bossen, bosranden en langs open plekken is veel eetbaars te vinden. Als je niets doet zal een braakliggend stuk grond zich uiteindelijk tot een bos ontwikkelen. Dat proces heet successie. In ons klimaat moeten de hoge bomen niet te dicht op elkaar staan zodat de onderstaande struiken en planten ook licht krijgen. Wat wordt aangeplant is eetbaar en groeit in verschillende lagen:
1 Kruinlaag, hoge bomen
2 Kleinere bomen en grote struiken
3 Klimmers
4 struiken 1-3 meter
5 Kruidlaag 20 cm tot 1 meter
6 Kruipers en bodembedekkers tot 20 cm
7 Wortels en knollen
8 Waterplanten
9 Paddenstoelen en schimmels
Een voedselbos kan wild zijn, maar ook bijna parkachtig, een ruig natuurgebied of een combinatie van allerlei gebieden. Dit is in ons voedselbos het geval.