Glechoma hederacea
Hondsdraf is een zeer algemeen voorkomend plantje dat onder allerlei omstandigheden kan groeien. Het kan grote verschillen verdragen in de overgang tussen: nat - droog, schaduw - zon, voedselarm - voedselrijk, kalkarm - kalkrijk.
In het voedselbos is hondsdraf massaal aanwezig en op sommige plaatsen vormt het een paarsbloeiend tapijt. Het is een echte bodembedekker met lange uitlopers. Op de knopen van de uitlopers vormen zich de wortels en de rechtop groeiende bloeistengels. De bloeistengels zijn vierkant. Dit is een kenmerk van de familie van de lipbloemigen, waartoe hondsdraf behoort. Aan de top van de stengels staan de paarsbloeiende bloempjes min of meer kransvormig om de stengel. Zoals bij de meeste paarsbloeiende planten, kunnen er ook zeer lichtblauw- en zelfs wit bloeiende exemplaren voorkomen.
De bladeren van hondsdraf zijn niervormig en diep gekarteld en staan kruisgewijs aan de stengel. Planten op schaduwrijke plaatsen hebben veel grotere bladeren dan de planten die op zonnige plaatsen groeien. Bij planten die in de volle zon staan zijn de kleinere bladeren vaak paars-rood aangelopen.
Op de brede onderlip van de bloem zijn donkere stipjes te zien. Deze vormen het zg. honingmerk. Dit honingmerk wijst insecten de weg naar de nectar en het stuifmeel in de bloem.
Bij de hondsdraf zijn twee typen planten te onderscheiden:
- planten met tweeslachtige bloemen die dus meeldraden en stamper hebben.
- planten met bloemen die alleen een goed ontwikkelde stamper hebben en waarbij de
meeldraden vrijwel niet ontwikkeld zijn. De bloemen van deze planten zijn veel kleiner.
De hoofdbloei van de hondsdraf valt in de maanden april en mei. Vlinders, honingbijen en solitaire bijen halen nectar en stuifmeel van hondsdraf. Van de solitaire bijen zijn het vooral hommels, Blauwe- en Rosse metselbij, Gewone sachembij en Grote wolbij die Hondsdraf bezoeken.
Gebruikte bronnen:
Nederlandse oecologische flora wilde planten en hun relaties 3 / E.J. Weeda et al.
Plantenvademecum voor wilde bijen, vlinders & biodiversiteit in tuinen / A. Koster